Een gezonde en lekkere brooddoos samenstellen is soms een uitdaging. Er is niet altijd veel tijd of inspiratie. Toch is het belangrijk dat kinderen voldoende energie hebben om te leren, te spelen en moeiteloos de dag door te komen. Variatie is heel belangrijk en als de brooddoos er lekker uitziet, is de honger des te groter.
Brood
- Kies donker brood zoals bruin brood, volkoren -, spelt-, meergranen-, roggebrood enzovoort, een meergranenbroodje of een volkorencracker. Dit geeft hen voldoende voedingsvezels en mineralen.
- Snij de boterham eens schuin door zodat je driehoekjes krijgt, of in staafjes, cirkels, vierkantjes of zelfs een puzzeltje.
- Spies stukjes boterham op een stokje.
- Maak een wrap van de boterham en rol deze in een gekleurd servetje met strikje rond.
- Het aantal sneetjes dat een kleuter eet kan sterk variëren: gemiddeld 2 à 3. Je kent je eigen kind uiteraard het best.
Beleg
- Kies niet altijd voor zoet beleg. Stroop, honing of confituur kunnen een paar keer per week. Ze zijn namelijk rijk aan suikers, maar bevatten weinig of geen vetten. Hierdoor zijn ze relatief arm aan energie en passen ze (met mate) in een evenwichtige broodmaaltijd. Chocopasta, chocolade, hagelslag en speculaaspasta zijn suiker- én vetrijk. Beperk ze tot bvb. een keer per week. Geef ze zeker niet dagelijks.
- Besmeer met een beetje zachte margarine. Vetstoffen zijn belangrijk voor jonge kinderen.
- Zorg voor variatie in beleg: magere vleeswaren zoals kip-of kalkoenham, gekookte ham, een omelet, (platte) kaas, … Hou de vleesinname in het oog, want die levert veel (ongezond) vet en zout. Geef daarom eens vis mee zoals zalm, tonijn, makreel of haring.
- Kies niet voor snel bederfbaar beleg zoals americain of rosbief.
- Ook lekker zijn hummus of een pasta op basis van groenten.
- Gebruik ook groenten tussen de boterhammen zoals geraspte wortelen, slablaadjes, komkommer, tomatenschijfjes. Ze brengen kleur in de brooddoos en dragen bij aan de dagelijkse hoeveelheid groenten. Je kan ook apart groenten meegeven: kerstomaatjes, radijsjes, reepjes paprika of wortelen.
- Fruit is ideaal als zoet beleg: stukjes aardbei, schijfjes banaan, appel of peer. Lekker te combineren met platte kaas. Fruit kan ook als dessert, steek ze bijvoorbeeld op een satéstokje bv. bessen, druiven enz.
- Soms kan er eens een extraatje in: blokjes kaas, gekookt ei, olijven, rozijnen, …
- Kies voor één laag beleg. Het is een boterham met beleg en niet omgekeerd.
- Laat mayonaise en dressings achterwege.
Drank
- Water of brikje melk genieten de voorkeur. Verse groentesoep kan ook.
- Maak van chocolademelk of fruitsap geen dagelijkse gewoonte. Zij bevatten veel suiker en zijn niet goed voor de tanden.
Bron: www.kindengezin.be